Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! april 2025

Het Schrijverke

Op zondag 6 april jl. vond in Zaal 7 van Hotel Asteria de prijsuitreiking plaats van de schrijfwedstrijd ‘Raadselige Roos’ van het Literair Café Venray. De editie van 2024-2025 met het thema ‘Stromen’. Er waren 110 inzendingen, waarvan 77 gedichten en 33 prozaverhalen.

De poëzieprijs werd gewonnen door Charlotte Selten-Litmaath uit Malden. Zij heeft al meerdere keren aan de wedstrijd voor gedichten meegedaan. Deze keer behaalde zij de eerste prijs met haar gedicht ‘Onbeschrijflijk’.

Onbeschrijflijk

Diepblauw glanzen
haar vleugelschildjes
in het gordijn
van zonnestralen

onze stille sloot
met een inktblauwe
waterspiegel
is haar domein

het ijverige schrijvertje
scheert als een bezetene
ze laat zigzaggend
haar energie stromen

onophoudelijk
in sierlijke lussen
kringelt ze stuurloos
door dansende zinnen

ongelezen poëzie, theater
tussen lucht en water.

Charlotte Selten-Litmaath, Malden

Terecht meldt de vakjury in haar beoordeling dat het gedicht doet denken aan het gedicht ‘Het Schrijverke’ van Guido Gezelle. De vergelijking gaat overigens niet helemaal op: Het Schrijverke van Gezelle is een draaikever (Gyrinus natator); het schrijvertje van Charlotte is een bosbeekjuffer (Calopteryx virgo) behorend tot de familie van de libellen. Alleen het mannetje heeft een donkerblauw lichaam en donkere vleugels met een blauwe glans. Het vrouwtje heeft een groen tot bruin metaalglanzend lichaam, met groenbruin tot bruin getinte vleugels.

De vakjury pleit uitvoerig in haar rapport voor meer vormaspecten in de gedichten. De eerste, tweede en derde prijs kent zij desondanks toe aan zogenaamde vrije gedichten. Zij stelt: “Wanneer aan deze formele aspecten meer aandacht was besteed, was de kwaliteit van verschillende gedichten zeker zienderogen omhoog gegaan”. Toch zijn in het gedicht van Charlotte wel enige vormkenmerken te vinden. Met name enkele beginrijmen zoals ‘stille sloot, ‘schrijvertje scheert’, ‘ze … zigzaggend’, en ‘door dansende’. Je huppelt als het ware door het gedicht heen. Ook een eindrijm in de laatste strofe: ‘theater’ en ‘water’.

In de twee laatste strofen komt ‘de aap uit de mouw’: zij gebruikt het beeld van het schrijvertje voor zichzelf als schrijfster, als dichteres. Immers: “in sierlijke lussen/kringelt ze stuurloos/door dansende zinnen”. Consequent is het ‘ijverige schrijvertje’ dan ook een ‘zij’, zoals de dichteres, en heeft zij het over ‘onze’ sloot en niet over ‘een’ of ‘de’ sloot. De titel ‘Onbeschrijflijk’ is daarbij passend.

Tot slot, ik kan het niet laten, de beginstrofe van ‘Het Schrijverke’ van Guido Gezelle.

“Het Schrijverke

O krinklende winklende waterding,
met ’t zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op ’t waterke gaan!”

André Leijssen, Literair Café Venray.