Victor Elfring: Domweg gelukkig in Venray. Vijfentwintig jaar interviewer voor Literair Café Venray
De literaire lezingen met en door Nederlandse en Vlaamse schrijvers bij Literair Café Venray zijn in Venray en omstreken bij de literatuurliefhebber bekend. Elk seizoen, dit sinds 1993, nodigt het Literair Café Venray een viertal schrijvers uit voor een zogenaamde ‘Schrijversbijeenkomst’. Deze vindt doorgaans plaats in het Theehuis van het Odapark aan de Merseloseweg 117 in Venray.
Elke schrijver kan aangeven hoe hij de morgen wil invullen. Hij kan kiezen voor een presentatie of lezing door hem zelf of voor een interview. Kiest hij voor een eigen lezing dan stelt Stan Verhaag de auteur met een inleiding aan de toehoorders voor. Als hij voor een interview kiest, dan gaat Victor Elfring met de gast in gesprek. Al 25 jaar doet hij dat. In beide gevallen, interview of presentatie, is er altijd voldoende gelegenheid voor de toehoorders om de schrijver vragen te stellen.
Samen met Victor (1956) kijken we terug op deze vijfentwintig jaren: “Ik kom uit Groningen, heb aan de Universiteit van Amsterdam Nederlands gestudeerd en studeerde daar af met een scriptie over “Receptie-esthetica”. Deze discipline onderzoekt hoe een tekst of kunstwerk door hoorder, lezer of kijker wordt ontvangen. Toen ik afgestudeerd was vond ik werk in Venray. Ik gaf les op het Boschveldcollege en de Lerarenopleiding in Nijmegen. Daarna op het Dendron College in Horst. Ik heb uiteindelijk, tot mijn pensionering drie jaren geleden, 41 jaren voor de klas gestaan. En, dat wil ik er zeker bij zeggen: “Met heel veel plezier.”
“Leerlingen geven vaak aan dat ze op de basisschool veel boeken lazen, maar dat ze daar op de middelbare school minder tijd voor hebben. Er zijn tegenwoordig natuurlijk veel andere activiteiten die hun aandacht opeisen. Ik heb leerlingen altijd gevraagd, wat ze wél graag lezen. Dat heb ik ze aangeboden, maar daarnaast ook schrijvers en boeken, die hen wellicht óók zouden kunnen aanspreken.
De favoriete schrijvers van jongeren veranderen. Veertig jaar geleden was het Jan Wolkers, later werd het Ronald Giphart, nog later Kluun en nu zijn de Young Adult boeken populair. Onze volgende gast bij het Literair Café, de schrijver Frank Nellen, schrijft boeken vol actie en humor, die ook voor jonge mensen zeer boeiend kunnen zijn.
“Maar terugkomend op mijn interviews, ik had in het Gasthoes in Horst al een paar keer een auteur geïnterviewd, toen Harry Theunissen, samen met Paul van Doesum de initiatiefnemer van Literair Café Venray, mij vroeg of ik interviewer in Venray wilde worden. Dat wilde ik natuurlijk graag en dat heb ik altijd zonder enige spijt en met heel veel plezier gedaan. De eerste auteur die ik voor Literair Café Venray interviewde was Carolijn Visser over haar boek ‘Buigend bamboe’.”
“Hoe ik te werk ga, hoe ik een interview voorbereid? Ik lees de boeken van de auteur. Natuurlijk ook het boek waarover het gesprek grotendeels zal gaan. Tijdens het lezen noteer ik wat mij opvalt of wat ik bijzonder of mooi vind. Aan de hand van deze aantekeningen bereid ik dan het interview voor. Op deze wijze blijf ik altijd heel dicht bij de tekst en ook bij de schrijver. Wat mij niet interesseert, dat wil ik hier toch even kwijt, is die vraag: “Is het echt gebeurd?’ Het gaat mij om het verhaal, dat de schrijver ons vertelt.”
“Of ik ook minder vriendelijke, min of meer moeilijke schrijvers moest interviewen? Een paar maar, gelukkig. Ik ga geen namen noemen, maar ik interviewde jaren terug een schrijfster, die zo leek het wel, elke vraag die ik haar stelde als een soort van persoonlijke aanval of kritiek opvatte. Dat was een heel onaangenaam gesprek. Ik vraag ook altijd vooraf of we elkaar zullen tutoyeren of niet. Iedereen zegt, laten we maar gewoon jij en jou zeggen. Maar één schrijver niet, die zei: ”Zeg maar u tegen mij.” Het merendeel van de interviews ontwikkelen zich gaandeweg tot plezierige gesprekken. Schrijvers vinden het publiek in het Theehuis geweldig. Een volle zaal, veel aandacht en respect. Vorig jaar was er een jonge schrijfster die aan het publiek vroeg: mag ik een foto van de zaal maken? Mijn vriend gelooft anders nooit dat er zoveel mensen waren. Veel schrijvers die te gast zijn geweest bij Literair Café Venray zijn vol lof over hun bezoek. Over Venray zelf, het Literair Café Venray, het Theehuis, het Odapark en soms ook over de interviewer. Lees hiervoor maar eens het prachtige artikel ‘Domweg gelukkig in Venray’ van Rascha Peper, in NRC Handelsblad van 22 april 2008.”
“Kortom, ik vond en vind schrijvers interviewen over hun werk plezierig om te doen en elke keer weer leerzaam. Ik zal daar voorlopig dan ook mee doorgaan. Ik ben op dit moment bezig mijn interview met Frank Nellen voor te bereiden, die op 12 januari a.s. te gast zal zijn bij Literair Café Venray. Daar verheug ik mij nu al weer enorm op.”


Roojse dichter: Leo vd Sterren
Nieuwjaarsgedicht 2025
De tijd gaat snel. Alweer een jaar voorbij.
Een jaar met vele in- en accidenten.
Steeds maar dat heen en weer van superblij
tot onwijs naar – met vele bijaccenten.
Soms ben je dat wat er gebeurt goed beu.
Soms valt het nieuws niet makkelijk te harden.
Conflicten, immigratie, het milieu.
Faillissementen, missende miljarden.
De maatschappij staat onder zware druk
van korte lontjes en gedoe met bommen.
De politiek lijkt een theaterstuk.
Wie nuanceert moet almaar meer verstommen.
Je voor het nieuws verstoppen heeft geen zin.
Je moet mee dobberen op de tendensen
Afijn, we proppen maar de moed erin
en overschrijden weer de eigen grenzen.
Het oude jaar voor altijd afgerond
en, leuk of niet, het nieuwe gaat plaatsvinden.
Ik wens de Venraynaren een gezond
en schitterend tweeduizendvijfentwintig.
Cultuur
Cultuur als middel, ja oké, hoe echter
definieer je het begrip ‘cultuur’?
Ontleent het woord zijn ratio en rechten
als tegendeel van het concept ‘natuur’?
Maar wat, als je alzo gaat redeneren,
is dan een tuin na menig arbeidsuur?
Dat valt dus lastig te determineren;
dat is natuur maar evengoed cultuur.
Iets cultureels, zo kun je echter stellen,
blijft altijd het voortbrengsel van het brein
en lijf van mensen. Van wat grijze cellen
uitdokteren tot er de dingen zijn.
Cultuur in engere zin duidt op zaken
aangaande kunst, ontspanning en vermaak,
dus fenomenen die papillen raken,
maar niet die van de culinaire smaak.
Voor hen die kunst slechts om de kunst voortbrengen,
geldt ieder kunstwerk als een doel op zich.
Zij die zich via kunst in tweedracht mengen,
beschouwen dat als veel te slap en licht.
Zij vinden ieder kunstwerk een vehikel
waarmee een visie wordt geventileerd,
en kijken neer op hen die het perikel
uit de weg gaan. Zij zijn geëngageerd!
Terwijl die anderen, de intrinsieken,
juist die geëngageerden betichten van
onzuiverheid omdat die school ethiek en
het nutsbeginsel voor zijn wagen spant.
Maar als, in die cultuur, het doel het middel
heiligt, heiligt het middel ook het doel
en ligt de waarheid ergens in het midden.
Van dit debat rest slechts een leeg gevoel.
Als wij verstandelijk een kwestie wegen,
zijn in de regel wij snel uitgespeeld,
verloren in een zooi van voors en tegens.
Het stelling nemen gaat nooit rationeel.
Folklore
We plukken de Venrayse rijpe vruchten
die in oeroude gronden zijn gekweekt.
Dat fruit gedijde in gezonde luchten.
Historisch stamt het uit een verre streek.
Al wat verbouwd werd, wies op kleine kavels.
De velden van Vlakwater of de Pas.
Hier leverden de strengen van de navel
bouwstoffen aan het gulzige gewas.
Het fruit een poos gekookt in suikerwater
en in de inmaakglazen toen gedaan
Die zijn geweckt op bijna honderd graden
en blijven op de kop nog twaalf uur staan.
Op schappen in de koele kelder worden
de glazen met het fruit geconserveerd.
Dit is ons kostje waar wij pront van worden.
Iets anders pruimen wij al lang niet meer.
Nieuwjaarsgedicht 2025
De tijd gaat snel. Alweer een jaar voorbij.
Een jaar met vele in- en accidenten.
Steeds maar dat heen en weer van superblij
tot onwijs naar – met vele bijaccenten.
Soms ben je dat wat er gebeurt goed beu.
Soms valt het nieuws niet makkelijk te harden.
Conflicten, immigratie, het milieu.
Faillissementen, missende miljarden.
De maatschappij staat onder zware druk
van korte lontjes en gedoe met bommen.
De politiek lijkt een theaterstuk.
Wie nuanceert moet almaar meer verstommen.
Je voor het nieuws verstoppen heeft geen zin.
Je moet mee dobberen op de tendensen.
Afijn, we proppen maar de moed erin
en overschrijden weer de eigen grenzen.
Het oude jaar voor altijd afgerond
en, leuk of niet, het nieuwe gaat plaatsvinden.
Ik wens de Venraynaren een gezond
en schitterend tweeduizendvijfentwintig.
Vrijwilligers
Musea zoals dat van Venray zijn
als schepen want ze drijven op de golven
die steeds veranderen en anders zijn,
nu eens als worstelaars, dan weer als wolven.
Een museum als het Venrayse wekt
het beeld op van een trein van lang geleden.
Zonder locomotief die er aan trekt,
wordt er niet veel van a naar b gereden.
Er staat een Venray een museum en
dat kan niet zonder wind en zonder water,
zonder de stoom om kracht te leveren.
Vrijwilligers met heel hun doen en laten.
Het woord zegt alles al: uit vrije wil.
Men doet het werk en taalt niet naar betaling.
Daar staan bezoldigden vaak niet bij stil.
Dat lijkt wel, in een tijd van geld, een dwaling.
Zonder vrijwilligers bestaat en gaat
er heel veel niet. Zij leveren de schouders
waar menig rechtspersoon zich op verlaat.
Die schouders dus het klopje niet onthouden.
Twee werelden
Als jochie van een jaar of zes moest ik
op zaterdag in de Kennedystraat
bij Thielen vaker friet en snacks gaan halen.
Dan sloot ik aan bij een massieve muur
van heel veel grote mensen. Op den duur
kwam ik vooraan, stond tegen de vitrine,
waar al het lekkers naar mij lag te lonken.
Dan zag ik hoe Marietje in haar eentje
(tenminste zo herinner ik het mij)
de cafetaria bestierde met
zijn watertandende klandizie. Maar
ik kwam niet boven de vitrine uit.
Marietje zag mij niet of pas heel laat;
die grote mensen drongen voor. Toch ben ik,
dat vreselijke leed verdragend hebbend,
altijd met volle handen thuis gekomen.
Een jochie van een jaar of zes staat in
Khan Younis in een drom bij een tankwagen.
Maar hij is geen partij in het gedrang,
wordt weggeduwd, verdrongen door de groten.
Hij ziet de flessen vol met prachtig water
en ziet zijn eigen lege fles en vecht.
Hij vecht voor wat zijn kleine zelf maar waard is.
Maar dan rijdt plompverloren de tankwagen
plots weg, wanhopig achterna gezeten
door hen die nog geen water hebben, die
vandaag geen water zullen krijgen ook.
Dat vreselijke leed verdragen hebbend,
begeeft het jochie zich naar huis, of wat
daar nog van over is, waar hij zijn moeder
en beide zusjes ongelovig naar
die tergend lege colafles ziet staren.
Roojse dichter Leo van der Sterren
Alle gedichten van de roojse dichter zijn te vinden op:
De Roojse dichter | Cultura Venray
Voorleespret bij BiblioNu
Gekke, leuke, spannende en mooie verhalen prikkelen de fantasie. Ze ontwikkelen het taalgevoel van jonge kinderen en breiden hun woordenschat uit. En bovendien is voorlezen gewoon gezellig! Wekelijks wordt er een leuk, grappig of spannend verhaal voorgelezen.
Iedere woensdag kunnen kinderen tot 7 jaar van 15.30 – 16.10 uur in de vestigingen van Horst en Venray genieten van het voorlezen uit een mooi prentenboek. Na afloop wordt er geknutseld, gezongen, muziek gemaakt of lekker bewogen. Papa’s, mama’s, opa’s en oma’s en jongere broertjes en zusjes zijn van harte welkom om mee te doen.
Deelname is gratis. Ook voor niet-leden van de Bibliotheek. Aanmelden is ook niet nodig. Voor meer informatie over voorleespret, inclusief alle data, vind je op de website www.biblionu.nl/activiteiten
