Uitgelezen?! december 2021
Jan Piet Joris en Corneel ….
Waarom mogen wij Nederlanders Nederlandse woorden niet meer met Nederlandse voornamen spellen? Nou, hierom: “De vanzelfsprekendheid waarmee we de A spellen met Anton, de B met Bernard, de C met Cornelis, enzovoort, verhult iets vreemds”, neuzelen de journaliste Jill Mathon en fotografe Desiré van den Berg. “Ons spelalfabet bestaat bijna helemaal uit ‘wittemannennamen’”. Het moet zijn witte mannennamen, dat daargelaten, wat is het probleem? Nederlandse vóórnamen zijn toch bij uitstek geschikt om Nederlandse wóórden te spellen.
“Er moet een nieuw spelalfabet komen, waarin iedere Nederlander zich kan vinden want het oude is niet inclusief”, zemelen Jill en Desiré. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: “Ik kan me och germ niet vinden in het Nederlandse spelalfabet.” Toch zal en moet er een nieuw spelalfabet komen met een ‘zo breed mogelijk namenpalet’, waarin je de diversiteit van Nederland terugziet.” Bestaat er eigenlijk wel een officieel spelalfabet? Ik heb in geen enkele les ooit een spelalfabet (van buiten) hoeven te leren. Wel het gewone abc.
Jill en Desiré roepen de hulp in van ene professor Gerrit Bloothooft en van het feministisch platform De Bovengrondse. Na vier jaren intensief ploeteren en plaren komen die samen tot een nieuw en nu ‘wetenschappelijk onderbouwd’ (dit vanwege de inbreng van professor Bloothooft?) spelalfabet met veertien mannennamen. Niet meer van witte mannen, maar nu wel ‘vanuit verschillende culturele achtergronden’. En hoe kan het ook anders, gendergelijkwaardig. Dus ook veertien vrouwennamen. De enige twee vrouwennamen in het oude spelalfabet zijn overigens Maria en Xantippe, óók ‘witte vrouwen(namen)’! Ergo, Maria en Xantippe worden bedankt voor hun diensten en afgedankt.
Ik heb ook nog nooit iemand horen klagen, dat hij, ook niet een zij, bij het spellen van Nederlandse woorden minder vrouwen- dan mannennamen gebruikt. Jill en Desiré en professor Gerrit Bloothooft en de dames van De Bovengrondse vinden dat natuurlijk wél heel erg. Die willen per se iedereen alle spelnamen, die gebruikt móéten worden, in de mond leggen, voorkauwen, opleggen, inprenten. Nou nee, niet dus! Dat bepaal ik zélf….. !
Toch verhult dit nieuw spelalfabet iets vreemds. Het is niet inclusief. Het behelst liefst zeven Engelse namen. Engelsen zullen zich dus in dit spelalfabet zeker kunnen vinden. Bo, Eva en Iris, Jordi, Mila en Xavi zijn van het type ‘modern’. Ursula van het type ‘voormodern’ en Valentijn daarentegen van het type ‘elite’. Hè? Wat …..? Waar hebben die het over?
Dit nieuwe spelalfabet heeft wél twee Friese namen: Hidde en Yfke, maar waarom geen Limburgse, Sjang en Miets of Brabantse, Koëbus en Mrie? Door het eveneens ontbreken van, ik zeg maar wat, Gruningse, Surinaamse, Antilliaanse, Molukse, Marokkaanse en Chinese voornamen zullen héél veel mensen zich niet in dit spelalfabet kunnen vinden en men ziet daarin ook de diversiteit van de Nederlandse samenleving zeker niet terug.
Wat dan? Ik doe ieder van goede wil, zo uit mijn blote hoofd, enkele goede en bruikbare suggestie aan de hand. We gebruiken, met een paar aanpassinkjes, het alfabet van de oude Grieken. Die waren toen al heel slim en waren toen al hun tijd vooruit. Je weet wel van ‘Alpha; Bèta; Gamma en Omega en voor onze letter Q maken ‘Kwatta’. Probleem opgelost. Althans, als er al een probleem is, natuurlijk!?
Of eenvoudiger. Spel met die woorden, die je ter plekke invallen. Alle woorden kunnen en mógen, Jill en Desiré, als je maar duidelijk weet te maken welk woord je spelt. Ik spel mijn naam overigens zeker niet met Jordi; Ali; Naomi. Die namen vallen me zeker niet spontaan in, maar wel met Johan; Anton; Nico. Die namen bekken zo lekker, zeg maar, bekken zo lekker natuurlijk weg.
Jan Thijssen (Bestuurslid Literair Café Venray)