Uitgelezen?! maart 2019
Op carnavalszaterdagavond, toen velen buiten of in een kroeg uitbundig feestvierden, dansten en een pilsje dronken, zat ik samen met twee dierbaren in een theater om te luisteren en kijken naar de voorstelling ‘De suppoost’ van Freek de Jonge. Voor aanvang van de voorstelling las ik dat De Jonge regelmatig recensenten uitnodigde bij hem thuis, om de bedoeling van zijn voorstelling (alsnog) duidelijk te maken. Ik vond dat, op zijn zachtst gezegd, opmerkelijk.
In een eerdere column schreef ik over verhalen. Ieder mens heeft zijn of haar eigen verhaal en wordt daar in meer of mindere mate door gevormd. Sommigen houden hun hele leven vast aan hun verhaal, anderen herschrijven hun eigen tekst en weer anderen laten zich leiden door een pen met hogere macht. Op kleinere schaal schuilt er wellicht in ons allen een verhalenverteller: over dat mooie moment dat je in de trein meemaakte, die vervelende gebeurtenis op je werk waar je van wakker ligt of die hilarische blunder die je iemand zag maken – en waar je niet eens heel stiekem hardop om moest lachen.
Een cabaretier is in zekere zin natuurlijk ook een verhalenverteller. Nu kon de show van De Jonge mij persoonlijk niet zo boeien, maar de avond zelf heeft me wel aan het denken gezet. Wie een verhaal vertelt, wil (in ieder geval volgens mij) in de kern ook begrepen worden. Wie de moeite doet om de ander te vertellen over gebeurtenissen, gevoelens en gewaarwordingen, wil gehoord worden. Opmerkelijk hierbij is voor mij vaak datgene wat juist niet onder woorden wordt gebracht. Wat betekenen de woorden die alleen tussen de regels door te lezen zijn? Welke waarde mag je hechten aan de verzwegen versie van het verhaal dat onderdrukt wordt door het uitgesproken relaas?
In mijn eerdere column schreef ik dat verhalen die uitgesproken worden de moeite zijn om beluisterd te worden. Ik denk dat het juist nu, in deze tijd met alles wat er gebeurt in de wereld, belangrijk is om onbevangen en onbevooroordeeld naar de ander te luisteren. Sommigen hebben misschien genoeg aan drie woorden om iets te vertellen waar anderen hele epistels schrijven om hun boodschap duidelijk te maken. Daarnaast zijn er ook stilzwijgende vertellers, die zich hullen in het niet-spreken – bang voor een oordeel, bang om gehoord te worden of misschien wachtend op het juiste moment om te zeggen wat er gezegd moet worden.
Woorden, geschreven of uitgesproken, laten een indruk achter. Verhalen, geschreven of verteld, kunnen leiden tot begrip – zowel voor jezelf als voor de ander. En zo leerde ik, bij een voorstelling die mij onverwachts op een heel andere manier aan het denken zette, dat in de zwijgzaamheid van de taal én de luisteraar de meeste betekenis verscholen zit.