Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! maart 2023

“Great men are almost always bad men”

Bovenstaande titel is ontleend aan de 19e-eeuwse Britse historicus Lord Acton, geciteerd door hoogleraar psychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam Mark van Vugt in zijn artikel ‘De mythe van de sterke man’ (in: Psychologie Magazine, 31 januari 2021). Soms bestaat in bepaalde groepen de roep om een sterke leider die daadkrachtig al onze problemen op zal gaan lossen.

Met zogenaamde ‘sterke leiders’ wordt bedoeld de autocratische leiders of dictators. En meestal zijn dat mannen. Vaak heersen dictators als een tiran door de toepassing van geweld en wreedheden tegen tegenstanders. En dat is precies wat Lord Acton bedoeld. Macht corrumpeert wat wil zeggen dat de machthebber een honger krijgt naar meer macht. Door de verlokking van geld en macht wordt de persoon een corrupt en slecht mens. Het streven naar meer macht en controle op zijn omgeving wordt als het ware een tweede natuur. Uiteindelijk zijn alle middelen geoorloofd om macht te behouden.

Zijn dictators altijd zo geweest, kan men zich afvragen. Waren zij ook als kleine jongen al een kleine tiran? Wat is de rol van hun opvoeding geweest? Heeft deze geleid tot de wreedheden in zijn latere leven? Soms wordt in de psychologie dit verklaart door het bestaan van een autoritaire vader die de straffende hand niet schuwde. Op latere leeftijd ontwikkelt de onderdrukte zich zelf tot onderdrukker. Is deze redenering een speculatie? Dictators lenen zichzelf  meestal niet voor psychologisch onderzoek waarmee dat kan worden vastgesteld.

De Poolse dichteres en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur (1996) Wislawa Szymborska (1923-2012) vroeg zich dat ook af bij het aanschouwen van de eerste foto van Hitler in haar gedicht:

“De eerste foto van Hitler.

Wie is dat schatje in dat babyjurkje toch?
Dat is de kleine Adolf, ’t zoontje van de Hitlers
Zou hij misschien doctor in de rechten worden?
Of als tenor in de Weense opera gaan zingen?”

Hoe zou het geweest zijn in de jeugd van de dictator die voorgaand jaar een oorlog is begonnen op ons werelddeel door een invasie te plegen in een buurland? Niets wijst op jeugdige trauma’s die geleid kunnen hebben tot de wreedheden, de mensenrechtenschendingen, die in Oekraïne worden begaan. Ik heb een poging gewaagd in onderstaand gedicht.

Kleine Vladimir

Met zijn tinnen soldaatjes speelde
de kleine jongen. Van zijn blokken
bouwde hij een fort aan de Neva.

Een lief en aardig ventje dat zo
goed zijn best deed. Zo bescheiden als
een bloem op de eenzame heide.

Moeder was een kloek die haar kuiken
onder haar vleugels nam, bang dat ook
hij haar voortijdig verlaten zou. 

Als een kwetsbare Calimero
droomt hij zich een ‘sterke’ man. Hij leert
tucht en discipline op judo.

 Alsof de wereld van toen weten kon
dat in hem een heerser schuil zou gaan;
geen prooi maar een geweldig jager,

die geen meelij en teerhartigheid
kent. Zijn prooi wordt meedogenloos
achtervolgd, vernederd, vernietigd.

André Leijssen