Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! maart 2024

Leve het nutteloze

De zakenman in de ‘Max Havelaar’ van Multatuli ziet het nut van gedichten en romans niet zo zitten. Hij stelt zich voor in de eerste zin van het eerste hoofdstuk: “Ik ben makelaar in koffie”: Batavus Droogstoppel schildert zich af als een deugdzaam persoon die waarheid en gezond verstand nastreeft. De fantasie die dichters en romanschrijvers in hun werk verwoorden, vindt hij maar niets. “Sedert jaren vraag ik mij af, waartoe zulke dingen dienen, en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid, waarmede een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft te spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan”.

De oer-Hollandse koopmansgeest ten voeten uit, zoals de molen aan de waterkant en een boer op klompen. Maar bovendien wordt door Droogstoppel het nut van menselijk handelen teruggebracht tot de inhoud van de eigen portemonnee. Zoals in de economische theorie gesproken wordt over de consument die zou streven naar nutsmaximalisatie. Flauwe kul, die nog steeds aan onze universiteiten wordt gedoceerd.

De dichter Herman de Coninck heeft hierover het volgende geschreven: “Toen ik ooit les gaf, poëzie aan jongens die daar helemaal niet om gevraagd hadden, was de eerste vraag: moeten wij dat kennen voor het examen? Nee, voor het leven, zei ik. En de tweede vraag was: waartoe dient dat dan? Ik vond dat een erg domme vraag, en probeerde kwaadaardig te onthouden wie ze gesteld had. Poëzie dient namelijk nergens toe, en dat is op zich al een verdienste. Deze wereld wordt verpest door utilitarisme, als iets niet winstgevend is, deugt het niet. Dus leve het nutteloze. Waartoe dient een wandeling in het bos? Hoeveel is dat waard? Wat mag zo’n bos kosten? Hoeveel kost stilte? Ik zei dus: precies de nutteloosheid van poëzie is een protest tegen al wat in deze wereld aan de orde is. Dit is een maatschappij van het hebben. Poëzie behoort tot het rijk van het zijn”.

Tot slot: een gedicht van Joke van Leeuwen over het nutteloze van een vraag naar de zin het nutteloze.

Heppie

Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag,
als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik heb vandaag?

Zo nutteloos is poëzie, en daar word ik heerlijk gelukkig van, te dwalen in het rijk van het zijn. Ik wens u als lezer een vrolijk Paasfeest.

André Leijssen