Uitgelezen?! oktober 2019
Dagelijks worden talloze gesprekken gevoerd. Op het werk, tussen partners, vrienden en vriendinnen die het weekend nabespreken, appgesprekken die uren duren, thuis aan de eettafel, in de trein, tijdens het sporten, telefoongesprekken met oma – kortom: er wordt veel gepraat. In eerdere columns heb ik al eens geschreven over verhalen vertellen en naar verhalen luisteren. Wie nodigt uit om te praten en wie geeft ruimte om te luisteren?
Nog steeds denk ik dat iedereen het prettig vindt om gehoord en gezien te worden. Het is fijn als iemand anders écht naar je luistert, je de ruimte geeft om je verhaal te doen en je probeert te begrijpen. Het is fijn als iemand anders vragen aan je stelt die gaan over wat je zojuist hebt verteld, zodat je de ruimte krijgt en voelt om nog iets meer te vertellen. Het is fijn als iemand anders zonder oordeel naar je kan luisteren, zodat je je vrij voelt om jezelf te delen. Wat misschien wel het fijnste is, is als iemand anders je ziet en hoort zonder zijn of haar eigen behoefte om gehoord of gezien te worden daarboven te plaatsen.
Toch gebeurt dat laatste, misschien ook wel logisch, regelmatig. In vergaderingen willen deelnemers hun eigen goede ideeën delen, in discussies willen sprekers de ander overtuigen van hun gelijk en in de dagelijkse gesprekken willen gesprekspartners vaak hun eigen ervaringen delen, die aangeraakt worden door wat iemand anders zojuist heeft verteld. Wat doen zulke interacties met de dynamiek, hoe vrij voelen anderen zich om hun deel nog te delen? Wil iemand nog iets delen wanneer er slechts sprake is van zenden? Nu schets ik bovenstaande natuurlijk vrij zwart-wit. Toch is er, in mijn ogen, een belangrijk verband tussen taal(gebruik) en gastvrijheid.
De term ‘gastvrijheid’ kan door iedereen anders ingevuld worden. Voor de een betekent het dat je bezoek nooit zonder thee en een koekje de deur uit laat gaan, voor de ander betekent het dat de deur altijd open staat en er altijd een plekje vrij is aan de eettafel. Gastvrijheid wordt niet alleen getoond in daden, maar ook in woorden. Hoe maak je in je taalgebruik duidelijk dat de ander welkom is en dat de ander zijn of haar verhaal (ook) mag vertellen? Of, is er vanzelfsprekend al sprake van een verwelkoming van de ander wanneer een gesprek gestart wordt? Welke verhalen mogen gedeeld worden en nodigen uit om gelezen te worden? Welke stemmen in de literatuur bieden een warm welkom aan de lezer?
Over dit soort vragen wordt nagedacht tijdens het Wintertuinfestival in Nijmegen. Dit jaar staat het thema ‘gastvrijheid’ centraal en zullen verschillende schrijvers (onder anderen Ilja Leonard Pfeijffer, Thomas Verbogt, Jaap Robben en Alma Mathijsen) hun bijdrage leveren aan de verschillende literaire bijeenkomsten. Het festival duurt van 27 tot en met 30 november en meer informatie kunt u vinden op de site van het Wintertuinfestival (wintertuinfestival.nl).