Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! oktober 2021

En de winnaar …. is ……?

Naast 58 Vlaamse en 5 voor het hele Nederlandse taalgebied doen er in Nederland zeker nog meer dan 200 literaire prijzen de ronde,. Wat stelt een literaire in Nederland prijs nog voor? Nou……….,      € 60.000 voor de P.C. Hooftprijs, € 50.000 voor de Libris Literatuur Prijs en Belgische Boon-prijs,         € 40.000 voor de Prijs der Nederlandse Letteren, € 35.000 voor de Sybren Polet-prijs, € 12.000 voor de Constantijn Huygens-prijs en toch nog € 7.500 voor de NS Publieksprijs en dat tot een met name gegraveerde vulpen, boekenbon, ruikertje of eervolle vermelding mét foto in het lokale suffertje.

Waarom ik hierover begin? Vaak, eigenlijk meestal begrijp ik niet waaróm een zekere schrijver voor een literaire prijs genomineerd wordt. Ik vraag me telkens af óf en in hoeverre literaire kwaliteit en originaliteit nog een rol spelen en dan al dat gedoe rondom literaire prijzen.

Anna Blaman weigert in 1948 de Van der Hoogt-prijs (fl. 1000) vanwege het juryrapport: dat als een tuchtroede aanvoelt, maar aanvaart In 1956 wel de P.C. Hooftprijs, waarbij enkele juryleden er wel op attenderen: bezwaar te hebben tegen de voor hen niet altijd aanvaardbare thematiek van Anna Blamans werk. Aan het uitreiken van de P.C. Hooftprijs in 1969 door minister Marga Klompé aan (toen nog) G.K. van het Reve gaat een rel vooraf. Minister-president Cals maakt Van het Reve uit voor pornograaf. In 1971 weigert W.F. Hermans de P.C. Hooftprijs. Hem wordt bij vergissing een te hoog prijzengeld toegezegd, fl. 18.000, in plaats van fl. 8.000. Sorry foutje, de typiste zag de fl. aan voor f1.  In 1984 weigert minister van Cultuur, Eelco Brinkman dezelfde prijs uit te reiken aan Hugo Brandt Corstius: omdat die kwetsen tot instrument heeft gemaakt. Jan Wolkers ziet in 1989 weer zelf af van de P.C. Hooftprijs: Bij het toekennen van dit soort prijzen worden te veel fouten gemaakt. Marten Toonder, die toch ingrijpend de Nederlandse taal heeft beïnvloed, krijgt nooit een prijs.

Onlangs weer is de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren aan Astrid Roemer afgezegd vanwege haar: controversiële en lovende uitspraken over de Surinaamse oud-president Desi Bouterse. Rita Dulci Rahman, nabestaande en voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren van de Maatschappij der Nederlandse Letteren, noemt Roemer een verwarde geest en Gerard Spong een NSB’er. Toen Roemer in 2006 de P.C. Hooftprijs kreeg, prees men haar vanwege de indrukwekkende verknoping van literaire experimenten en politiek engagement in haar werk. Het kan verkeren!

Onlangs oordeelde Pieter Waterdrinker naar aanleiding van de longlist voor de Boekenbon Literatuurprijs 2021 (goed voor € 50.000): ‘Literaire jury’s in Nederland kijken niet naar je literaire werk maar naar je biografie’. De Vlaamse schrijfster Annelies Verbeke zegt dito: ‘De grote prijzen worden sommige auteurs gegund, terwijl anderen voortdurend worden genegeerd, niet alleen door jury’s, maar ook door de media”.

Simone Atangana Bekono, nota bene zélf met haar debuutroman Confrontaties genomineerd voor  de Libris Literatuur Prijs 2021, voelt bij haar nominatie toch wel enige nattigheid: ‘Mijn wantrouwen tegen de nominatie heeft in de eerste plaats te maken met het feit, dat ik een debutant ben. Maar soms flitst het ook door me heen: ’Ik ben genomineerd, omdat ik zwart ben.’

Ik hoop, ik denk toch wel, dat Wolkers, Waterdrinker, Verbeke en Bekono gelijk hebben over hoe in Nederland het toekennen van literaire prijzen in zijn werk gaat, want dan begrijp ik wél, waarom de ene schrijvers wél en de andere géén literaire prijs ‘toegespeeld’ krijgt….

Ben Helder